Uitvinding
In de wet wordt geen definitie van het begrip ‘uitvinding’ gegeven. Volgens de Memorie van Toelichting ligt in de uitvinding besloten: een weten, een kunnen en een vooruitgang op het gebied van de aanwending van natuurkrachten. De schepping van een uitvinding berust op een inzicht, namelijk het inzicht dat bij een bepaalde tot nu toe nog niet bekende maatregel of combinatie van maatregelen een bepaald resultaat wordt verkregen. Hoe dit inzicht tot stand is gekomen, doet niet ter zake. Er is evenmin een wetenschappelijke verklaring voor nodig.
Wat geen uitvinding kan zijn
Artikel 2, lid 2 ROW 1995 geeft een niet-limitatieve opsomming van zaken die geen uitvinding zijn zoals ontdekkingen, wiskundige methoden, methoden voor bedrijfsvoering, esthetische vormgevingen en computerprogramma’s.
Artikel 2a ROW 1995 geeft sinds 2004 een nadere uitwerking aan het begrip ‘uitvinding’ voor het gebied van de biotechnologie.
Artikel 3 ROW 1995 beperkt deze vindingen nader in strijdt met de openbare orde, zoals het werkwijze voor het klonen van mensen.
Er is een nieuwe manier om dieren en mensen te vaccineren. In plaats van gebruik te maken van spuiten, naalden en flesjes, heeft veearts Gijsbert van de Wijdeven een systeem ontwikkeld waarmee de kant-en-klare bionaaldjes – Bioneedles – met de juiste dosering entvloeistof ingebracht worden via een hogedrukpistool en in de huid oplossen. Dit betekent een sneller en schoner proces, minimale kans op fouten en gemakkelijke distributie in ontwikkelingslanden.
Lees hier meer over dit .Nationaal innovatie Icoon 2014.