Inleiding octrooirecht
Octrooirecht gaat over de juridische bescherming van technische innovaties. Geoctrooieerde vindingen maken deel uit van veel producten uit ons dagelijks leven, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat: een bed, tandenborstel, telefoon, computer en bijvoorbeeld je wekker. Het begrip uitvinding kan betrekking hebben op een eindproduct (een ‘voortbrengsel’, bijv. een springtouw of een deel van een mobiele telefoon), op een werkwijze (bijv. een manier om signalen mee te sturen naar die telefoon of om ondergronds betonnen heipalen te vervaardigen) en op een ‘stof’ (bijv. een geneesmiddel of tandpasta). In beginsel is elke technische innovatie octrooieerbaar.
Jan Brinkhof over de ratio van het octrooirecht
Prof. mr. J.J. Brinkhof (fragment 2004)
Wet- en regelgeving
Het octrooirecht is voor Nederland geregeld in de Rijksoctrooiwet (ROW) 1995. Elk land heeft in beginsel zijn eigen octrooiwet. Die nationale octrooiwetten lijken wel erg veel op elkaar. Dat komt doordat in het Unieverdrag van Parijs een basisregeling voor (ook) octrooirecht staat. Verder is er een aantal andere Verdragen waar ook allerlei aspecten van octrooirecht geregeld zijn. In Europa is er verder nog het Europees Octrooiverdrag (EOV of EPC). Dat is geen EU-instrument, maar een iets andere kring van Europese landen. Het EOV regelt in hoofdzaak de tot standkoming (aanvrage en verlening) van een octrooi. Het handhaven (en de processuele kant) wordt overgelaten aan de nationale octrooiwetten. De hoogste octrooirechter is dan ook de hoogste nationale rechter.