De naam

Aan de naam worden weinig eisen gesteld. Hij moet gebruikt kunnen worden, dat wil zeggen kunnen worden uitgesproken en zowel visueel als auditief (voor oog en oor) waarneembaar zijn. Hij kan bestaan uit één of meer woorden, al dan niet bestaande, of uit een lettercombinatie (KLM). Figuratieve elementen, zoals schrijfwijze, soort, grootte en kleur van de letters e.d. maken geen deel uit van de handelsnaam. Er kunnen losse letters en afkortingen in een handelsnaam staan, die niet per se iets hoeven te betekenen. Zo kan een familienaam een prima handelsnaam vormen, evenals een fantasienaam of een min of meer beschrijvende naam. De rechtspraak stelt lage eisen aan het onderscheidende vermogen van een naam. Soortnamen en beschrijvende namen mogen in elk geval niet gemonopoliseerd worden door een beroep op de handelsnaamwet.

Zwak of sterk?

De primaire functie van de handelsnaam is net als bij gewone namen, een middel ter identificatie.

Bij een onderneming zijn er ook andere factoren die een identificatiefunctie vervullen, zoals de aard van de onderneming en de plaats van vestiging. Beschrijvende handelsnamen zijn in beginsel toelaatbaar (beschrijvende merken zijn dat niet).

Een handelsnaam kan dus in zijn geheel ‘zwak’ of ‘sterk’ zijn, maar kan ook ‘zwakkere’ en ‘sterkere’ elementen hebben (bij zwakkere valt te denken aan afgesleten voor- of achtervoegsels als ‘extra’, ‘super’, ‘plus’, ‘express’ en ‘ster’). Een zwak element of een zwakke naam geeft minder bescherming(somvang) dan een sterk element of een sterke naam.

Voorbeelden

Nederlandse Vijlenfabriek, Maatschappij Zeeland, Het Kaasboertje, Het Jagershuis, Vleesshop. Maar er is wel een bodem. Onvoldoende zijn namen als: ‘Garagebedrijf’, ‘Algemene Transportonderneming’, ‘Tandheelkundig Instituut Denta’ en ‘Perspectief’ (voorbeelden ontleend aan lagere jurisprudentie).

Een aanvankelijk zuiver beschrijvende naam, zoals ‘Circustheater’ of ‘Kijkshop’, kan zijn zuiver beschrijvende karakter door gebruik verliezen, en een goede handelsnaam worden.

Het is verdedigbaar dat ook een telefoonnummer of een internet-adres (een domein-naam) een handelsnaam kan zijn.

Volgens het Nederlandse handelsnaamrecht mag je niet te allen tijde de eigen geslachtsnaam als handelsnaam te gebruiken (voorbeeld Zumpolle). Dat kan met name niet wanneer daardoor gevaar voor verwarring met een reeds bestaande handelsnaam ontstaat. Wanneer men het (on)geluk heeft Heineken te heten, dan mag je onder die naam bij-voorbeeld geen drankenhandel of horecabedrijf beginnen.