Weigering

Artikel 2.11 BVIE formuleert de (ambtshalve) weigeringsgronden van het BBIE. De criteria voor weigering zijn gelegen in de zogenoemde absolute geldigheidseisen, te weten de deugdelijkheid en de geoorloofdheid. Het Bureau geeft openbare interne richtlijnen uit voor haar beleid terzake van haar weigeringen. Het loont zich daarvan kennis te nemen (lees hier). De belangrijkste weigeringsgrond is ongetwijfeld het onderscheidend vermogen. Het BBIE weigert een inschrijving wanneer het gedeponeerde teken ieder onderscheidend vermogen mist.

Weigeringen

Het merkenbureau (BBI, OHIM of ander nationaal bureau) zal met name een inschrijving weigeren wanneer er voor de hand liggende aanduidingen voor een product of dienst worden gebruikt, zoals FRIS voor deodorant, of AFVALMANAGEMENT, AUTOSALON, BANDENMARKT, BANK-GIROLOTERIJ, BELEGPENSIOEN, BEDRIJFSZORGPLAN en BISTRO AAN DE HAVEN.

Ook weigeren de bureaus steeds meer bij sms-taal, zoals gebruik van tekens als @ en 4 (for) e.d.

Indien het gedeponeerde teken ook maar een klein beetje onderscheidend vermogen heeft, mag het overigens niet op deze weigeringsgrond worden afgewezen.