d. Anders dan ter onderscheiding van waren of diensten
Als je een teken gebruikt anders dan ter onderscheiding van waren of diensten dan is dat merkinbreuk ‘onder d.’ (we bedoelen dan artikel 2.20, sub d BVIE). Als extra eis geldt daarbij dat door het gebruik, zonder geldige reden, van dat teken ongerechtvaardigd voordeel wordt getrokken uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk. Bij dit laatste kan worden gedacht aan gebruik als handelsnaam, als ook aan het zogenoemd refererend of aanhakend gebruik, bijvoorbeeld in vergelijkende reclame. Maar ook aan het gebruik van het ´overeenstemmende teken´ van het Philips beeldmerk in de HP hieronder.
Identiek of overeenstemmend teken anders dan voor waren of diensten
- Hierbij geldt niet de eis dat het om een ‘bekend merk’ moet gaan (zoals onder c.)
- Het inbreukcriterium is verwateringsgevaar, ook wel imagoschade genoemd (net zoals onder c.)
- Een ‘geldige reden’ levert een goed verweer op ten aanzien van gebruik van het merk van een ander onder d. Vergelijkende merkreclame is in beginsel ook inbreukmakend gebruik onder het vierde inbreukcriterium, en op die grond verboden. Daar staat de regeling van art. 6:194a BW tegenover, ontleend aan de EG-richtlijn vergelijkende reclame. Die laatste staat vergelijkende merkreclame in beginsel toe, zij het onder strikte voorwaarden.
- Het gebruik moet er voorts toe kunnen leiden dat de inbreukmaker ongerechtvaardigd voordeel trekt uit of afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk
In het Europees merkenrecht (Richlijnen en Verordening) bestaat er geen ‘sub d’. Soortgelijke gevallen worden door de Europese rechter (HvJ EU) ondergebracht bij de andere leden (art. 9, lid 1 a-c Vo). Aangezien het Beneluxrecht wel wordt uitgelegd aan de hand van de Verordening zal ook in Benelux steeds meer onder de a.-c. gevallen worden gerekend, tenminste als de Benelux-rechter naar de Europese rechter luistert.