Wanneer is er kwekersrechtinbreuk?

Artikel 57 ZPW 2005 geeft aan welke handelingen uitsluitend aan de houder van het recht toekomen. Er is sprake van inbreuk als een derde deze handelingen verricht zonder toestemming van de houder, en zonder dat er een wettelijke beperking van toepassing is. De wettelijke beperkingen op het kwekersrecht geven derden zekere mogelijkheden om (toch) teeltmateriaal van een rechthebbende te gebruiken. De handelingen die aan de rechthebbende zijn voorbehouden zijn: teeltmateriaal van het nieuwe ras voortbrengen, verder vermeerderen of daartoe behandelen, in de handel brengen, uit- en invoeren en voor één van deze doeleinden in voorraad hebben.

Wettelijke beperkingen

Het kwekersrecht kent een (aanmerkelijk) beperktere beschermingsomvang dan het octrooirecht. De bescherming beperkt zich in de eerste plaats tot die delen van het nieuwe ras waarmee het kan worden vermeerderd (het teeltmateriaal; dus niet: het ras zelf). En verder staan in artikel 57, derde lid ZPW 2005, drie verdere beperkingen, die de beschermingsomvang van het kwekersrecht mede bepalen.

  1. Het zgn. farmer’s privilege.
  2. Wetenschappelijk onderzoek.
  3. De zgn. breeders exemption.

Begrippen toegelicht

1. Farmers privilege
Een kweker mag teeltmateriaal vermeerderen voor zover het gaat om handelingen in de privé-sfeer en hij deze niet bedrijfsmatig verricht.

2. Wetenschappelijk onderzoek
Vrijgesteld zijn handelingen die uitsluitend worden verricht voor wetenschappelijk onderzoek (verg. de octrooirechtelijke vrijstelling ex artikel 53, derde lid ROW 1995).

3. Breeders exemption
Vrijgesteld zijn handelingen die uitsluitend worden verricht voor het kweken van nieuwe rassen.