Hoe krijg je een kwekersrecht?
Net zoals een octrooirecht krijg je een kwekersrecht alleen op aanvrage en na verlening door de bevoegde instantie. De verleningsprocedure kent een volledig bindend vooronderzoek. Het is dus een examinatie-systeem. Een kwekersrecht dat voor Nederland geldig is kan op twee manieren worden verkregen: nationaal (per land) en voor de Europese Unie.
Nationaal kwekersrecht
De aanvrage tot verlening van een Nederlands kwekersrecht wordt gericht aan de Raad voor plantenrassen, voorheen de Raad voor het Kwekersrecht. De verleningsprocedure is geregeld in de artikelen 55-59 ZPW 2005 en in een verleningsreglement van de Raad. De procedure verloopt minder complex dan die bij een Europese octrooiaanvraag maar kent wel een bindend vooronderzoek.
De Raad toetst de aanvragen aan de materiële vereisten voor bescherming van de Zaaizaad- en plantgoedwet. Bij de aanvrage wordt teeltmateriaal van het ras aan de Raad ter beschikking gesteld, inclusief een naam die de kweker aan het ras wenst te geven.
EU kwekersrecht
Je kunt een communautair kwekersrecht krijgen op grond van Verordening 2100/94 bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CBP of CPVO) te Angers (Frankrijk).
De EU-verleningsprocedure is verregaand vergelijkbaar met de Nederlandse.
Op grond van een besluit van dit Bureau krijgt een kweker naar aanleiding van één aanvrage voor zijn nieuwe ras bescherming in de gehele EU.