Test Databankrechten 9/10
Het uitputtingsbeginsel geldt in het algemeen voor alle intellectuele eigendomsrechten. Het betekent dat er een grens wordt gesteld aan de invloed die de rechthebbende kan uitoefenen op wat er later met zijn rechtmatig in het verkeer gebrachte producten (materiaal of exemplaren) gebeurt.
De uitputting van het databankenrecht heeft een wettelijke basis, en wel in artikel xx Databankenwet. Wat betekent het nu wanneer het databankenrecht van een rechthebbende is uitgeput?
- A Dat betekent dat hij zijn databankenrecht kwijt is.
- B Dat betekent dat hij geen beroep in beperkende zin kan doen op eventuele licentiecontracten.
- C Dat betekent dat hij niets kan ondernemen tegen verdere verhandeling van exemplaren van zijn databank.
- D Dat betekent dat hij een exclusieve licentie verleend heeft voor een bepaalde exploitatie-bevoegdheid, waardoor hij niet meer vrij is over diezelfde bevoegdheid ten gunste van een ander nogmaals te beschikken.
Nee, dat is niet goed. Een rechthebbende is zijn databankenrecht niet kwijt. Hij kan dat gewoon nog steeds tegenover een ieder uitoefenen.
Nee, dat is niet goed. Het begrip ‘uitputting’ heeft niets te maken met de inhoud of uitleg van een licentiecontract.
Inderdaad. Artikel 2 lid 3 DW bepaalt dat een databankrechthebbende zich niet kan verzetten tegen verdere verhandeling van exemplaren van het werk, indien die exemplaren door of namens die rechthebbende rechtmatig in het verkeer zijn gebracht.
En wat nu als er wel een databankenrecht is maar geen fysieke exemplaren? Dus: bestaat er ook zoiets als uitputting van digitale “exemplaren” van een databank? Als je daarover iets meer wilt weten, kijk dan in VINI paragraaf 2.6.9 of lees dit er maar over.
Nee, dat is niet goed. Het begrip “uitputting” heeft niets te maken met het verlenen van een exclusieve licentie.