Embedden
In mei 2013 is door het Bundesgerichtshof (BGH) aan het Europese Hof van Justitie (HvJ) de volgende prejudiciële vraag gesteld:
“Vormt de opneming van een op een website van een derde voor het publiek beschikbaar gesteld werk van een derde in de eigen website onder omstandigheden als in het hoofdgeding, een mededeling aan het publiek in de zin van artikel 3, lid 1, van richtlijn 2001/29/EG , ook als het werk van een derde daardoor niet aan een nieuw publiek wordt meegedeeld en de mededeling niet met behulp van een specifieke technische werkwijze plaatsvindt die verschilt van die van de oorspronkelijke mededeling?”.
De Bestwater beschikking
Auteursrechtelijk is er eigenlijk geen verschil tussen een hyperlink en een embedded link. Al is het natuurlijk zo dat bij een embedded link de oorspronkelijke setting van de content min of meer “verdwijnt”. Maar ook voor zover “daarbij de indruk wordt gewekt dat het wordt getoond op de website waar de link zich bevindt, terwijl dit werk in werkelijkheid afkomstig is van een andere website”(r.o.29) is het antwoord op de prejudiciële vraag duidelijk:
Het embedden op een website van een openbaar toegankelijk beschermd werk op een andere website middels een link en onder gebruikmaking van de framing-techniek, zoals in deze procedure bedoeld, is geen weergave in de zin van artikel 3 lid 1 Richtlijn 2001/29/EG, voor zover het werk noch voor een nieuw publiek noch via een speciale technische procedure wordt weergegeven, dat zich onderscheid van de oorspronkelijke weergave.
Lees hier de hele beschikking van het HvJEU HvJ EU 21 oktober 2014 zaak C-348/13 (BestWater)
Nuchtere wijsheid
Joost Becker, advocaat auteursrecht bij Dirkzwager
Kortom, het embedden van een reeds openbaar toegankelijk auteursrechtelijk beschermd werk op een andere website, middels een link en onder gebruikmaking van de hiervoor omschreven framing-techniek, is geen mededeling aan het publiek en ook geen relevante verveelvoudigingshandeling die de rechthebbende kan verbieden.
Het verschil tussen het embedden van legale en van illegale content
Het HvJEU gaat niet in op het argument van BestWater dat de YouTube video zonder haar toestemming openbaar was gemaakt (en dus illegale content betrof). Dat is vreemd. Wat nu? Onduidelijk is of het HvJ EU hiermee heeft bedoeld dat “legaal” of “illegaal” er niet toe doet. Maar is die eenvoudige conclusie dat framen en embedden altijd is toegestaan wel terecht?
Waarschijnlijk niet. Framen of embedden van illegale content valt (waarschijnlijk!) buiten de reikwijdte van het oordeel van het HvJ EU, omdat in die gevallen een ander publiek wordt bereikt dan de rechthebbende voor ogen had (er is dan immers geen toestemming voor het openbaar maken van de content op die plek gegeven). Het framen of embedden van een illegale streamingdienst (bijvoorbeeld illegale aanbieders van livestreams van Eredivisie wedstrijden of Formule 1 uitzendingen) zou dan dus als inbreuk door de ‘embedder’ of ‘framer’ moeten worden aangemerkt.
Ook het framen of embedden van rechtmatig openbaar gemaakte content kan overigens wel degelijk leiden tot een auteursrechtinbreuk, bijvoorbeeld wanneer daarmee content wordt getoond die uitsluitend met een password beschikbaar is. Er wordt dan een beveiligingsmaatregel doorbroken. En dat is auteursrechtinbreuk. (deels ontleend aan Maarten Rijks, Banning advocaten).