Test kwekersrecht 1/10
IE-rechten zijn in beginsel nationale rechten. Ze zijn uiteindelijk in een nationale wet geregeld. Toch hebben alle IE-rechten ook een supranationale of internationale dimensie.
Waaruit kun je afleiden dat de werking van het auteursrecht niet alleen nationaal bepaald wordt?
- A Het auteursrecht valt onder het UPOV-verdrag..
- B In de EU gelden er meerdere kwekersrecht-richtlijnen.
- C Er is voor het gebied van de EU een kwekersrecht Verordening.
- D De Nederlandse rechter is niet de hoogste rechter in kwekersrechtgeschillen.
Inderdaad. Het Internationaal Verdrag tot bescherming van kweekproducten (bekend als het UPOV-Verdrag, ‘Union internationale pour la Protection des Obtentions Végétales’) dateert van 1961 en geeft de kweker van een nieuw plantenras internationale bescherming voor het resultaat van zijn kwekersarbeid. Het verdrag gaat overwegend uit van dezelfde beginselen als het Unieverdrag van Parijs. In 1991 is een nieuw verdrag tot stand gekomen. Er zijn thans ongeveer zeventig landen aangesloten (waaronder de EU en de African Intellectual Property Organization als zodanig).
Het materiële kwekersrecht vloeit namelijk voort uit internationale regelingen, met name het UPOV-Verdrag.
Er is nog een goed antwoord.
Nee. Voor het kwekersrecht bestaan er geen EU-Richtlijnen.
Inderdaad. kan voor de gehele Europese Unie een EU-kwekersrecht worden verkregen op grond van Verordening 2100/94. De uitvoering en toepassing van de verordening berust bij het Communautair Bureau voor Plantenrassen (CBP of CPVO) te Angers (Frankrijk). Op grond van een besluit van dit Bureau krijgt een kweker naar aanleiding van één aanvrage voor zijn nieuwe ras bescherming in de gehele EU.
Er is nog een goed antwoord.
Ja en nee. Voor het Nederlandse kwekersrecht is de Nederlandse rechter de hoogste instantie. Maar voor het EU-kwekersrecht is er uiteindelijk het HvJEU.