Test Naburige rechten 1/10

Uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties maken veelal gebruik van een auteursrechtelijk ‘werk’. Hun eigen naburige recht berust op datgene wat zij vervolgens met dit ‘werk’ hebben gedaan: uit- of opgevoerd, vastgelegd op compact-disc, en dergelijke, respectievelijk uitgezonden via radio of televisie.

Welk uitgangspunt geldt voor de bescherming als uitvoerend kunstenaar onder het regime van de Wet Naburige Rechten?

Neen, het meest fundamentele verschil tussen het auteursrecht enerzijds en de naburige rechten anderzijds is gelegen in het feit dat het auteursrecht uitsluitend werken beschermt met een eigen persoonlijk karakter (originaliteitsvereiste), terwijl de al dan niet persoonlijke inbreng bij de bescherming via de naburige rechten absoluut geen enkele rol speelt.

Neen, dat hoeft niet. Gegeven de definitie van ‘uitvoerend kunstenaar’ is een uitvoering: iedere op- of uitvoering van een ‘werk’ in auteursrechtelijke zin, een variété- of circusnummer en een poppenspel. Een ‘werk’ blijft een ‘uitvoering’ ook al is het ‘werk’ zelf niet meer beschermd.

Dat is juist. De naburige rechten behoren niet tot het auteursrecht, maar zijn daaraan - zoals de naam ook tot uitdrukking brengt - ‘slechts’ verwant. Deze verwantschap bestaat met name daarin dat het hier om op het auteursrecht gelijkende rechten gaat. Naburige rechten moeten niet worden aangemerkt als een uitbreiding van het auteursrecht, maar als nieuwe, los van het auteursrecht bestaande, rechten.

Voor gebruikers betekent dit dat zij rekening moeten houden met alle betrokken rechthebbenden: zij kunnen derhalve geconfronteerd worden met cumulatieve aanspraken van auteursrechthebbenden en houders van naburige rechten.