Uiterlijk met een eigen karakter

Een model moet niet alleen ‘nieuw’ zijn. Het moet ook gaan om een ‘uiterlijk’ met een ‘eigen karakter’ hebben. ‘Uiterlijk’ (art. 3.1, lid 3 BVIE) doet denken aan het merkenrecht, maar heeft een zelfstandige (andere) betekenis.‘Eigen karakter’ (art. 3.3, lid 2 BVIE) doet denken aan het auteursrecht, maar heeft een eigen betekenis.

Uiterlijk

Het uiterlijk van het voortbrengsel wordt afgeleid uit de kenmerken van met name de lijnen, de omtrek, de kleuren, de vorm, de textuur of de materialen van het voortbrengsel zelf of de versiering ervan.

De bescherming is daar niet toe beperkt: zij betreft immers het uiterlijk (de verschijningsvorm; Engels: appearance) en dat is meer dan alleen het materiaal.

Eigen karakter

Een model heeft een ‘eigen karakter’ indien de algemene indruk die het model bij de ‘geïnformeerde gebruiker’ wekt, verschilt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door modellen die vóór de datum van depot voor het publiek beschikbaar zijn gesteld. Van belang is dus of de algemene indruk van beide modellen overeenkomsten vertoont.

Zodoende heeft ‘nieuwheid’ betrekking op de kenmerkende eigenschappen, en het ‘eigen karakter’ op het geheel (de ‘totaalindruk’) van modellen.