Slaafse nabootsing (par. 5.7.1)

Een onderdeel van de ongeoorloofde mededinging is het door de Hoge Raad ontwikkelde leerstuk van de zgn. slaafse nabootsing. Daarbij is niet het nabootsen als zodanig onrechtmatig, maar het onnodig veroorzaken van verwarringsgevaar. Deze nabootsingsleer dient om de consument te beschermen tegen (herkomst)verwarring, en is geen beschermingsleer tegen produktnamaak als zodanig. Dat is IE voor een deel wel. IE geeft exclusiviteit voor een object of prestatie. Slaafse nabootsing is “alleen maar” een norm voor marktgedrag.


Prof. mr. Dirk Visser (fragment 2004)

Begrippen in beeld

Nabootsen is de kern van economische vooruitgang. Producten en diensten worden ontwikkeld door datgene wat er is te verbeteren en aan te vullen. Het moet dan niet zo zijn dat iemand dat kan verbieden als “namaak”. In die zin is “namaak’ juist goed! Hoewel wij dat vaak tegen intuïtief vinden. Wij vinden al gauw dat namaak “niet moet mogen”. Maar waarom eigenlijk? Hoe leren wij praten? En hoe leren olifanten zich voort te planten? Door af te kijken en na te bootsen!

Namaak is eigenlijk een neutraal woord, en geen vies woord. Er is goede, waardevolle namaak die “moet mogen”, omdat wij daar allemaal beter van worden (product- en dienst ontwikkeling).

En er is “foute”, negatieve namaak, bijvoorbeeld als die onnodig verwarring veroorzaakt. Daarover zou de zgn. slaafse nabootsing moeten gaan.